A review by florismeertens
Autonauts of the Cosmoroute by Julio Cortázar, Carol Dunlop

Twee schrijvers en geliefden doen zich voor als wetenschappers en gaan minutieus onderzoek doen naar de snelweg. Ze doen meer dan een maand over de reis van Parijs naar Marseille, waarbij ze met een tempo van twee parkeerplaatsen per dag reizen. Toen ik over het concept las, was ik meteen enthousiast en besloot ik het te lenen bij de bibliotheek.

En ik ben lichtelijk teleurgesteld. De overdenkingen over de snelweg en de aard van hun reis zijn boeiend en vaak poëtisch beschreven. Maar de daadwerkelijke beschrijvingen van de parkeerplaats zijn op geen enkele wijze speciaal en spelen toch een grote rol in dit boek. Ook vond ik de schrijfstijl soms een beetje te zelfvoldaan overkomen (en waarom werd de lezer constant bleek genoemd?), met name die van Cortazar. Dunlops passages waren vaak mijn favoriet. De foto's droegen niet echt bij aan de filosofische of wetenschappelijke kant van het boek, en konden makkelijk weggelaten worden.

Toch waren er een aantal passages die dit boek het lezen waard maakten, zoals:

"De ingenieurs die datgene wat men de inrichting van de snelweg zou kunnen noemen hebben bedacht bedacht en uitgevoerd, hebben het onmogelijke gedaan om van de weg van de automobilist niet alleen ieder obstakel te verwijderen dat de snelheid zou kunnen verminderen, maar ook alles wat de bestuurder zou kunnen halen uit zijn geconcentreerdheid op de strook asfalt die de neiging heeft bij iedereen die haar volgt de indruk te wekken van een ononderbroken continuïteit die na dertig, veertig of zestig minuten constante snelheid niet alleen de wielen omvat van het voertuig dat het menselijk wezen achter het stuur nog controle denkt te hebben, maar ook het stuur van genoemd voertuig en de handen en reflexen van genoemd menselijk wezen dat aldus, bewust of niet, het grote onpersoonlijke al in zich verenigt dat zo door alle godsdiensten wordt gezocht."

"Deze expeditie heeft niets escapistisch. Was het maar waar, mompelt de kleine perverse kant van ons dubbele hart, dat maar al te goed aanvoelt dat wij nooit willen ontsnappen aan dingen die het misschien wel verdienen maar waarin wij blijven geloven."

"De snelheid zelf lijkt opgeheven door dit hardnekkig zwijgen, je ziet alleen die trage, harmonieuze, eindeloze beweging van anonieme en toch volmaakt te onderscheiden vormen, die lijkt te beantwoorden aan een onpeilbare, billijke, diepe behoefte."